De activiteiten van Monsanto hebben een negatieve weerslag op fundamentele mensenrechten. Er is betere regelgeving nodig om de slachtoffers van multinationale bedrijven te beschermen.
Vandaag, op 18 april 2017, hebben de vijf internationale rechters van het Monsanto Tribunaal hun juridische opinie gepresenteerd. Ze zijn tot belangrijke conclusies gekomen, zowel over het gedrag van Monsanto als over de noodzakelijke ontwikkeling van het internationale recht.
De rechters oordelen dat Monsanto zich bezig heeft gehouden met praktijken die een negatieve uitwerking hebben gehad op het recht op een gezonde leefomgeving, het recht op voedsel en het recht op gezondheid. Daar komt bij dat Monsanto’s gedrag negatief uitwerkt op het recht op de vrijheid die onmisbaar is voor wetenschappelijk onderzoek.
De rechters oordelen ook dat ondanks de ontwikkeling van veel instrumenten om de leefomgeving te beschermen, er een kloof blijft bestaan tussen toezeggingen en de daadwerkelijk bescherming van de leefomgeving. Internationaal recht zou zich nu precies en duidelijk moeten uitspreken over de bescherming van de leefomgeving en de misdaad van ecocide. Het Tribunaal oordeelt dat het bij de activiteiten van Monsanto mogelijk om een misdaad van ecocide zou kunnen gaan indien ecocide als misdaad zou worden erkend in het internationaal strafrecht.
In het derde deel van het advies richt het Tribunaal zich op de steeds groter wordende kloof tussen internationaal recht op het gebied van mensenrechten en wettelijke aansprakelijkheid van bedrijven. Er zijn wettelijke regels opgesteld om de rechten van investeerders te waarborgen binnen de Wereld Handels Organisatie, in bilaterale investeringsverdragen en in clausules van vrijhandelsverdragen. Deze voorzieningen tenderen de capaciteit te ondergraven van landen om beleid, wetten en praktijken te handhaven die de rechten van mens en milieu beschermen. Instellingen van de VN moeten dringend actie ondernemen; anders zullen sleutelkwesties opgelost worden door private tribunalen die geheel buiten het kader van de VN werkzaam zijn.
Het Tribunaal dringt er ook op aan om niet-statelijke spelers verantwoordelijk te houden binnen internationaal recht op gebied van mensenrechten. Het Tribunaal benadrukt dat multinationale bedrijven erkend zouden moeten worden als verantwoordelijke spelers en dus onderworpen zouden moeten zijn aan de jurisdictie van het Internationaal Strafhof in geval van inbreuk op fundamentele rechten. Het Tribunaal ziet en verwerpt een duidelijke ongelijkheid tussen de rechten van multinationale bedrijven en hun verplichtingen. Derhalve spoort het juridische advies de betreffende instellingen aan om de effectiviteit te verdedigen van internationale mensenrechten en wetgeving op het gebied van de leefomgeving tegen het gedrag van multinationale bedrijven.
De zeer duidelijke conclusies zullen interessant zijn voor zowel de critici van Monsanto en de Industriële Landbouw als voor de aandeelhouders van chemische bedrijven en met name Bayer. De reputatie van Monsanto - en Bayer in geval van een fusie - zal niet bepaald beter worden door deze conclusies van de rechters van het Tribunaal. Het advies is een sterk signaal naar diegenen die betrokken zijn bij internationaal recht, maar ook naar de slachtoffers van giftige chemicaliën en de macht van het bedrijfsleven. Het Tribunaal heeft verbindingen tot stand gebracht en belangrijke informatie gedeeld tussen advocaten en organisaties die slachtoffers vertegenwoordigen.
Daarom is het waarschijnlijk dat de conclusies zullen leiden tot meer aansprakelijkheidszaken tegen Monsanto en vergelijkbare bedrijven. Dit zal licht schijnen op de werkelijke kosten van de productie en op langere termijn weerslag hebben op de waarde van aandelen. Bedrijven die schade berokkenen aan gezondheid, voedsel en de leefomgeving zouden en zullen aansprakelijk gehouden moeten worden voor hun acties.
Lees de volledige tekst of de samenvatting van hun juridisch adviserende mening op de Resultaten-pagina van onze website.